Geen categorie

13 september 2023

Zaterdag 16 september derde editie

Zaterdag 16 september wordt de derde editie van het Ede Staal Muziekfestival in Leens georganiseerd. De weersvoorspellingen zijn erg gunstig, de aanwezige muzikanten kijken al met veel plezier uit naar de optredens die op vijf locaties in het dorp worden gegeven.Omdat er voor dit festival geen fysieke voorverkoop is geweest heeft de organisatie besloten om de aanschafprijs van een toegangskaart voor het avondprogramma op zaterdag gelijk te houden aan die van de voorverkoop. Bezoekers die geïnteresseerd zijn in het avondprogramma kunnen tussen 15.00 en 19.00 uur een kaart kopen bij de muziektempel, aan de zaal voor € 20,00, of online tot 19.00 uur. Meer informatie vindt u op de website van het festival.

Koop hier uw kaarten

4 november 2020

Ede Staal in Limburgs en Fries

Door: Franke Koksma

In het maartnummer van T&T mocht ik schrijven over beeldspraak in tien teksten van Ede Staal; deze liedkeuze, een persoonlijke “top-tien”, is zoveel mogelijk alléén op de tekst gebaseerd en ik probeer die als gedichten te bekijken. Beeldspraak is één van de vele middelen om verschil te maken tussen “gewone” teksten en gedichten. Tijdens het lezen van Deur de dook zai ik de moan – Groninger liedteksten van Ede Staal, vroeg ik me af wat de Friese en Limburgse vertalers met deze beeldspraak, meestal personificaties, hebben gedaan. De Friese teksten kende ik al: Stiel sûnder grinzen (Staal zonder grenzen) van Sjoerd van de Leij en Joop van Dijk en na een mailtje naar Limburg ontving ik van de enthousiaste Paul van Loo zijn cd Ede Staal die hij samen met Ivo Rosbeek maakte. Ede Staal in Limburgs en Fries

Helaas zijn mijn favoriete tien niet alle èn in het Fries èn in het Limburgs vertaald maar tijdens het onderzoekje kwam ook ander interessants
naar boven, bijvoorbeeld: wat doen de vertalers met moeilijk te vertalen specifiek Groningse zaken? In enkele prachtige liederen zoals Doar bluit mien eerappellaand of Sloaperstil (die buiten mijn poëtisch tiental vielen) heb ik nu wel naar zulke vertaalmoeilijkheden gekeken.

Hai nam mie mit

In maart 1988 verscheen Hai nam mie mit – Een hommage aan de Groninger zanger, dichter Ede Staal. Het boek bevat schilderijen en tekeningen van Christof Beukema en gedichten van Peter Visser. In de inleiding, een gesprek tussen beide heren,vergelijkt Beukema Ede met Jacques Brel en zegt dat je het Frans eigenlijk niet hoeft te verstaan omdat de emotie zo goed wordt overgebracht door de muziek, de voordracht en de sfeer. Dat vond hij van Ede ook. Toen hij Ede voor het eerst hoorde, “was de tekst helemaal niet belangrijk voor mij”. Meegenomen door de stem, de muziek, de sfeer? Ja, maar hij deed ook iets met het Gronings, “wat ik nog niet eerder gehoord had”. Zouden er Limburgers of Friezen zijn die zoiets in de vertalingen hebben ervaren? Over vertalen in het algemeen en in het bijzonder van gedichten is veel geschreven. Vormkenmerken zoals klank, rijm, metrum worden heel belangrijk gevonden maar ie- dereen is het er wel over eens dat de inhoud, de essentie van een tekst zo goed mogelijk moet overkomen en dat het moeilijker is naarmate de talen en de culturen meer van elkaar verschillen.Vaak gaat de stelling op: hoe verder weg… hoe meer verschil. De vertaler zou minstens even getalenteerd moeten zijn als de schrijver en hij zou in alle opzichten thuis moeten zijn in beide (taal)culturen. Of

Van der Leij en Van Loo aan deze criteria voldoen, laat ik graag in het midden. Wat wel meteen opvalt is dat de Fries heel dicht bij het Gronings blijft en ook het “verhaal” precies volgt. De Limburger gaat creatiever met de teksten om, verandert veel en voegt soms zelfs een coupletje toe!

1. t Hogelaand

In de Friese tekst wordt t Hogelaand helemaal “naar Friesland hertaald”: Oethoezen en Spiek worden Hegebeintum en Ternaard, Leens en Kloosterburen veranderen in Nes en Peasens, net aan de andere kant van het Lauwersmeer. Sjoerd van der Leij volgt Ede op de voet, molens, maren, kerken, borgen … de zorgen worden swiere tinzen (sombere gedachten) en dat rijmt prachtig op stinzen (borgen). Tarwe, haver en koolzaad groeit ook in Friesland en Ranum wordt Brantgum.n Kou houst doeknekt in t grunlaand verandert moeiteloos in ‘n Ko baltet bûgjend yn ‘t grienlân en krijgt dan ook

nog een mooie alliteratie mee! Inderdaad,“Een koe hoest met ingetrokken kop” is wel wat anders dan“Een koe loeit buigend”maar vindt maar eens een alternatief voor “doeknekt”! De personificatie van de nacht die de twee verliefden toedekt, wordt letterlijk vertaald. Maar heel mooi is wel dat t Hogelaand (in de tekst) bij Van der Leij myn heitelân wordt. It heitelân is de titel van “het tweede volkslied” van Friesland. Dat zal de reden zijn dat Van der Leij voor dit lied niet als titel koos voor ‘t Heitelân maar voor: Dat is myn lân.

Paul van Loo heeft gekozen voor Limburgs land en hij noemt geen enkele plaats. Wèl heuvels, slingerende weggetjes langs torens, kerken en molens. De duiventil, de dorpsstraat met de bakkerij zijn er ook, maar de avond en de nacht ontbreken … het is een lentemorgen: ‘t is inne sjoëne lentemurge, d’r voëgel zingt zieng melodie / En ich loop volmaakt gelukkig mit dich hie aan mieng zie. De personificatie is dus verdwenen en ook die specifieke spanning door Ik heb veur de eerste moal verkeren en vuil de vonken van dien haand. De wilde plannen die ik haar maakt Van Loo concreter met Ich wool de ganse welt nog zië. Weer een lief lied in dat zachte Limburgs!


t Is de lucht achter Oethoezen… Oet: ‘Hai nam mie mit. Een hommage aan de Groninger zanger, dichter Ede Staal. Schilderijen en tekeningen Christoph Beukema; Gedichten Peter Visser’.

2. Credo – Mien bestoan

Ook Credo is door Van der Leij heel precies vertaald.Ik denk mien leven in n vogelvlucht …in hetNederlandszoudenwezeggen“overdenk”. In het Fries wordt het Ik sjoch myn libben dat troch myn tinzen fljocht (Ik zie mijn leven dat door mijn gedachten vliegt). Er is hier echter wel een afwijking: Ede zingt: din proat ik tegen de moan en Sjoerd maakt daarvan: Dan lit ik mij ris gean (dan laat ik mij eens gaan) en daarmee verdwijnt de personificatie ook.Maan is moanne; lastig mee te rijmen?

Paul van Loo is in dit lied heel precies en hij behoudt dus ook de beeldspraak: Dan zeeng ich

mit de vuegel mit / En ich lach teëge de moan.

Lachen is eigenlijk leuker dan praten en dat past ook prima bij ‘t korte geluksgevoel dat even bezongen wordt.


‘Credo – mien bestoan’. Oet: ‘Hai nam mie mit. Een hommage aan de Groninger zanger, dichter Ede Staal. Schilderijen en tekeningen Christoph Beukema; Gedichten Peter Visser’.

3. De hoaven van Delfziel

“Delfziel” wordt door beide zangers niet vertaald. Wel zijn er een Brabantse en een Vlaamse bewerking; zie voor alle versies, uitvoeringen, bewerkingen èn voor extra informatie over de 34 liederen: Tied vlugt veurbie van Siemon Reker.

4. Nij-Stoatenziel

Ook Nij-Stoatenziel staat niet op “Stiel” en evenmin op de Limburgse cd. Jammer maar begrijpelijk. Zouden er in Limburg en Friesland geen plekjes te vinden zijn waar zo’n bijzondere gemoedstoestand kan ontstaan? Tja, maar zó’n plek aan de Waddenzee, met zó’n unieke naam … Ede zingt die naam liefst twaalf maal! Toch té Gronings?

5. As vaaier woorden

In de Friese vertaling is aal meeuwen slechts de kobben geworden. Maar een kobbe is ook een unwaersfûgel. Dat is dus “een extraatje” in relatie tot de tongerkoppen (donderkoppen) die het onweer aankondigen. Desondanks vertelt de zin En tongerkoppen net mear bestean. zomaar dat de donderkoppen niet meer bestaan … is bedraigen opgevat als bedreigen in plaats van bedriegen? (en dunderkoppen mie nait bedraigen) Met deze vertaalfout is dus ook de -niet zo bijzondere- personificatie verdwenen.

Op de cd van Paul van Loo ontbreekt As vaaier woorden, maar hij heeft het wel vertaald, gezongen en mij op een apart cd-tje doen toekomen: Es leefdeswüed (Als liefdeswoorden). De essentie van het nos- talgische lied komt heel goed over. De don- derkoppen blijven maar de meeuwen zijn buizerds geworden.

Zijn versie begint met de Engelse tekst, dan volgt vrij letterlijk het bekende vers … daarna komt een geheel eigen couplet over twee mensen voor wie het gebeurd is met de liefde: ik hou van jou / dat zeg je nooit meer / de passie is over / voor ons twee. Liefdevol gezongen maar de pijn is weg.

6. Zalstoe altied bie mie blieven

Zalste ummer bie mich blieve, zingt Paul. Ons lutje wicht wordt sjat van mich en naast de vermoeide zon van Ede wordt ook de maan gepersonifieerd: niet “de ik” ziet hem, maar de maan kijkt zelf door het open raam naar binnen. Het refrein verandert het lied echter rigoureus. Veul te voak nuchter, / veul te voak zat. / Mor t leven gaait deur, / en wotter blift nat wordt in het Limburgs: Ich zegk noe ummer, mè och dat is lang / Ich twiefel aa mich zelf en dan weëd ik bang. Ook al is het nogal expliciet, in verkorte versie: altijd is lang / ik twijfel, ben bang … past het heel goed bij Edes lied. Trouwens, de beeldspraak wotter blift nat, is dus ook verdwenen. Het is een harde, weinig poëtische, wel veelzeggende uitdrukking. Op “Stiel” staat het niet.

7. De Nacht

Ook De Nacht is er helaas niet in het Fries maar Paul Van Loon zingt het wel en hij heeft de mooiste zin met de personificatie meteen maar als titel gekozen: De nacht die is noëts iërlik. De beeldspraak guster is al vlucht is verdwenen en veranderd in Ich sjlaak inne deepe zucht. Juist die machteloosheid over dat wat geweest is, over “gisteren”, en de extra connotaties bij vlucht mis je daardoor. Paul heeft af en toe de neiging iets uit te leggen: ik heur dat ik niks heur wordt ich huer nieks durch mieng zurg. Ook de beeldspraak van het “kruipend eerste licht” is weg; in Limburg “komt” gewoon een streepje licht langs het gordijn. Maar, het refrein is bijna woordelijk gevolgd.

Paul verandert in het tweede couplet Kamperen of creperen,/ zo wor je langzoam old in Zoë jonk wie ich mich veulde / Noe veul ich mich zoë oud. Even daarvoor is Wie lagen doar in ons tentje dus ook al verdwenen. Zo’n herkenbare herinnering en voor velen zo avontuurlijk; ook jammer. Anderzijds is Kamperen of creperen een wat ongemakkelijk regeltje in dit prachtige lied. De klok die een barst “luidt” (sjleet) in het matglas van mijn denken blijft staan maar de thee wordt koffie en k Hol theepot sikkom op de kop wordt met “wezenloos” uitgelegd. Toch komt de essentie van dit lied ook in het Limburgs even krachtig binnen.


Zalstoe aaltied bie mie blieven, Lutje wicht… Oet: ‘Hai nam mie mit. Een hommage aan de Groninger zanger, dichter Ede Staal. Schilderijen en tekeningen Christoph Beukema; Gedichten Peter Visser’.

8. Koekoek

Koekoek ontbreekt op de Limburgse cd maar dit lied wordt wel gezongen door Paul. Bij de zelfgemaakte cd-tjes zijn geen gedrukte teksten; eruit citeren is dus wat riskant maar ze zijn natuurlijk wel te volgen. Het is avond en de zon is moe …het openingsbeeld blijft behouden en de diepe ervaring van de jongen die mijmert aan de slootkant is mooi weergegeven. Hij hoort heel in de verte een koekoek en uit een vlierbosje, pàl naast hem, komt het antwoord. Daarna verandert Van Loo het lied: het is een halve eeuw later en samen met zijn geliefde bezoekt “de ik” dezelfde plek. Hand in hand wandelen ze naar huis, het is volle maan; het wordt een mooie nacht. Tja, een happy end, heel fijn natuurlijk, maar daarmee “verdwijnt” wel de maker van dit lied.

De sinne stie leech. De dei wie wurch… (De zon stond laag. De dag was moe.). Ja, hoe gewoon deze beeldspraak misschien ook is, hoeveel méér zeg je daarmee dan met“Het was al laat”of “Het begon te schemeren”.Van der Leij neemt in dit lied op een mooie wijze wel wat meer vrijheid: Ik zat doar allinneg / mor k was nait allain wordt De sleat wie myn spegel, / dat ‘k wie net allinne. De “bijna onechtheid” van de koekoek in de verte vertaalt Sjoerd met een prachtig woord: Oft ‘t sabeare wie? “Sabeare”, nagebootst, niet echt. Het werkwoord “beare” is doen alsof. Weilanden, sloten, vlierbosjes, het natte gras en de klompen … het kon ook een oorspronkelijk Fries liedje zijn. De ontroerende laatste twee regels van de Groningse tekst zijn met enige vrijheid mooi vertaald: Sjoch dit mar as ’n needsprong, dat ’k sjong en hjir stean … (Zie dit maar als een noodsprong, dat ik hier sta te zingen) maar het komt eerder in het lied en niet meer aan het slot … vreemd.

9. Mien lutje laiverd

Op de Limburgse cd komt Mien lutje laiverd niet voor maar wel op een apart schijfje. De maan verliest zijn menselijke eigenschappen … hij laat in het origineel immers lachend merken dat hij graag meegaat naar “lutje laiverd”. De communicatie zonder woorden blijft gehandhaafd evenals de angst voor de lange, koude, donkere nacht, ondanks de vrolijke muziek. Tegen het slot van het lied roept opeens een Groninger “kom ons nait aan ons lutje laiverd” en hij voegt eraan toe dat Limburgers haar absoluut niet “sjatje” mogen noemen. De protesterende man eindigt met: “Aander lu bin ook lu, mor dit ken echt nait!” Een mailtje naar Paul met de vraag wie dat mag zijn wordt snel beantwoord:

“Dat is Henk Scholte. Toen we in 2003 onze cd Ede Staal maakten zijn we door hem ge- interviewd voor Radio Noord. Sindsdien hebben we contact gehouden. Bij het opnemen van dit nummer heeft Ivo Henk gewoon gebeld en Henks antwoord in het lied gemixt.”’Mien lutje laiverd staat helaas niet op Stiel.

10. As t boeten störmt

En in de verte heur k n train …dit is een wat vreemde zin want als het zo stormt dan zou die trein toch bijna naast het wc-raampje moeten voorbijrazen. Misschien was dat voor Van Loo een reden dit zinnetje te vervangen door alleen nog mien herinnering? Ook voor dit lied vindt Paul het nodig het “verhaal” een minder“unhappy end”mee te geven: de storm gaat liggen en “de ik” vindt dat hij zijn leven weer moet oppakken en niet al te nostalgisch moet worden … hij heeft immers zulke mooie herinneringen! Daarmee verdwijnt de essentie

van deze weemoedige lyriek.
De Friese tekst volgt “Ede” op de voet. Een weliswaar mooi zinnetje ‘t Is bûten rûch fan wyn en rein verliest het persoonlijke: t Is boeten roeg, / ik bin allain. Wel komt de eenzaamheid nog terug in allinnich / allinneg.

Enkele andere teksten

Er is natuurlijk veel meer te vertellen, ook over de andere teksten,bijvoorbeeld Doar bluit mien eerappellaand. Prachtig, al die termen uit de agrarische wereld van de ontginningen in deze drie talen naast elkaar te zien staan evenals woorden waarmee het zware werk wordt getypeerd: kraben en knooien wordt skreppen en wraks’ljen of hiël hèl sjoefte. Groningen krijgt een stukje Drenthe erbij, Friesland wordt wat ruimer met ‘t rom noarderlân (‘t ruime noorderland) en Paul geeft het lied een nieuwe titel Ode aan de Peel, en breidt Limburg daarmee uit met een stukje Brabant. In Sa moat we ‘t hâlde, (Zo moutve t holden) hoor je in het refrein de stem van een jongen

die de baard nog niet in de keel heeft, het is Marius van der Leij, een zoon van Sjoerd, rond 18 jaar geleden. In Leens, tijdens het Ede Staal Festival op 21 september 2019, trad The Given Horse op, naast vele andere groepen. Eén van de bandleden is Marius die dus in Leens bij de muziektempel “Ede zingt”. Daar maakte Ede in de jaren vijftig zelf ook muziek! Sloaperstil, Siemon Reker noemt het “een heuse jingle”voor“het rustige zondagochtend- programma” van Radio Noord.

Een ongelooflijk mooi liedje, Grónings van inhoud en vorm … Sjloap mar sjtil heet het in ‘t Limburgs, en Paul zingt heel zacht dat zijn geliefde deze zondagmorgen lekker mag blijven liggen; zij hoeft nergens voor te zorgen, het ontbijt staat al klaar.Weer een lief liedje en hij legt na afloop uit dat de originele versie een heel andere inhoud heeft. Een mooi voorbeeld van de onmogelijkheid van een letterlijke (Limburgse) vertaling. Vrouger is heel Gronings, vooral door de aardrijkskundige namen. Beide zangers/

vertalers slagen er in het heel Fries en heel Limburgs te maken: De Selvera’s zijn in Lang lyn: De Sambrinco’s en in Vreuger: Lenie und Ludwig. Ik zulf kom oet Lains, … Ik sels kom fan Grou … Ichzelf ben va Heële. Natuurlijk besef je ook in Friesland en in Limburg láter pas hoe gelukkig je jeugd was. De ranja smaakte toen daar ook net zo lekker als nu jus d’orange. Een relatief eenvoudig te vertalen lied? Een Limburgse krant ontbreekt echter; t Nijsblad van het Noorden en De Ljouwerter Krante krijgen geen Limburgs “toiletpapier”.


Vrouger, vrouger, wat gaait de tied toch vlug… Oet: ‘Hai nam mie mit. Een hommage aan de Groninger zanger, dichter Ede Staal. Schilderijen en tekeningen Christoph Beukema; Gedichten Peter Visser’.

Conclusie

Siemon Reker noemt de liederen van Ede “lyrics”; het hoofdstuk met de 34 liedteksten in Tied vlugt veurbie heet Ede Staal: The Lyrics. De betekenis van“lyriek”is met een ouderwets woord goed getypeerd: ”gemoedsuitstorting”. Met een lier erbij werd dat extra stemmig. “Lyric” is dus wat meer dan “lied” of “liedje”. Zijn we niet tevreden met “liederen” of “liedteksten” omdat het draait om teksten die gaan over onze gevoelens … bang, boos, blij en bedroefd en alles wat doar tussen ligt? Maar veel van de The lyrics zijn anekdotisch, grappig of taalbeschouwend en daarin is meestal weinig sprake van “gemoedsuitstorting”.

De gevoelens in de tien mijns inziens “meest lyrische lyrics” over liefde -nooit over haat- , angst en geborgenheid, duisternis en licht, eenzaamheid en“samen gelukkig zijn”,worden vaak met behulp van beelden ondersteund weergegeven, wat het poëtisch karakter ver- sterkt. Van deze tien zijn er vijf in het Fries en acht in het Limburgs vertaald. De Friese teksten volgen de Groningse meestal op de voet maar de personificaties erin slechts in twee gevallen. De Limburger gaat creatiever met de teksten om en toch komt deze beeldspraak in vijf “lyrics” terug. Deze teksten missen dus dat aspect van het poëtisch karakter niet maar ze worden meestal vergezeld van een liefdevolle zachtheid. Dat is mooi maar ze staan daardoor vaak verder af van Edes lyriek. Paul noemt zijn vertalingen dan ook consequent HERtalingen. Hoe verder weg, hoe meer verschil? Daarmee

ben ik ook weer terug bij de vraag naar de criteria waaraan vertalingen zouden moeten voldoen. Hierboven liet ik graag in het midden of Sjoerd van der Leij en Paul van Loo eraan zouden voldoen.Vooral dat de vertaler in beide (taal)culturen helemaal thuis zou moeten zijn, bracht me naar de gedachte dat iemand die iets over de vertalingen zegt eigenlijk óók aan dat criterium zou moeten voldoen. Ik voldoe daaraan niet.Wèl heb ik enorm van de vergelijking genoten; waarderen en genieten van de liederen van Ede staat ook voor Friezen en Limburgers voorop, dáár gaat het immers allemaal om, herkenning, meevoelen met wat bezongen wordt en dan geldt ook het tegenovergestelde : hoe dichterbij, hoe minder verschil.Beide vertalers brengen de teksten van Ede dicht bij “hun eigen mensen” … hoeveel Friezen en Limburgers zouden anders, door E d e “ m e e g e n o m e n ”, z ó v a n E d e h e b b e n k u n n e n genieten?

Franke Koksma, Leens, juni 2020

Bronnen

Sjoerd van der Leij en Joop van Dijk, Stiel sûnder grinzen,EdeStaalyn‘eFrysketaal,MaristaIngelum, 2002.
1. ‘t Twadde perron 2. Dat is myn lân 3. It hat noch nea sa tjuster west 4. Jou mij dyn blues 5. ‘t Sil wer maitiid wurde 6. Myn Bestean 7. As ‘t bûten stoarmet 8. Der is mear op ‘e wrâld 9. Bin de weagen oerstjoer 10. Wat makket it út 11. Sa moat we ‘t hâlde 12. Lang lyn 13. Koekoek 14. Myn ierappellân 15. As fjouwer wurden

Paul van Loo & Ivo Rosbeek, Ede Staal, Marista, 2003.
1. Limburgs land 2. ‘t Zal wer vuurjoar weëde 3. ‘t Is nog noëts zoë donker geweës 4.’t Twiëde perron 5. Credo 6. Wat makt ‘t oet? 7. Vreuger 8. Ode aan De Peel 9. Zalste ummer bie mich blieve? 10. De nacht die is noëts iërlik

Beukema, Christof, Hai nam mie mit – Een hommage aan de Groninger zanger, dichter Ede Staal,Schilderijen en tekeningen Christof Beukema, Gedichten Peter Visser, Profiel, Bedum, 1988. Siemon Reker, Ede Staal, Tied vlugt veurbie, Het complete Groningse werk, In Boekvorm Uitgevers, Assen, 2019-2.

4 september 2019

De Stroatklinkers!


Het was 1990 toen Bob Heidema met een paar muzikale maten een liedje voor radio Noord maakte. Hét begin van veel mooie, Engels- en Groningstalige nummers. Door de jaren heen ontwikkelde de groep zich tot een band die niet meer weg te denken is uit de Noordelijke muziek scene, daarnaast zijn ze graag geziene gasten in het buitenland. Overal waar de mannen optreden, zowel in de kroeg, op een festival of in het theater, voor een groot of klein publiek, het is altijd enorm gezellig.
Bob Heidema zang/gitaar, Harry Jansen mandolin/fiddle/zang, Henk Bloupot accordeon/mondharmonica/zang, Adrian Farmer 5str.banjo/dobro/gitaar/zang en Bert Veldkamp bas/zang, vormen samen de muzikanten van deze levendige en veelzijdige band. Inmiddels zo’n 30 jaar en 7 cd’s verder en nog “still going strong”. Kom genieten van de virtuositeit in hun bluegrass, de folkmuziek én de humor van de mannen van de Stroatklinkers!

Eén van de meest succesvolste cd’s van de Stroatklinkers is “Knap Stoaltje” waarop liedjes van Ede Staal op hun typerende wijze te horen zijn. Nog altijd hebben de Stroatklinkers veel nummers van Ede op hun repertoire staan. Bijzonder is dat Bob en Henk als één van de weinigen nog samen hebben gespeeld met Ede. Die passie voor de muziek van Ede is nooit over gegaan…

30 augustus 2019

Grunneger Troebadoer Jan Henk de Groot

Midden jaren 80 luisterde Jan Henk bij opa en oma aandachtig naar Ede Staal en de Stamtoavel van Radio Noord. Nu ruim 30 jaar later hoort Jan Henk zelf bij de top van de Grunneger muziek.

Jan Henks Groningstalige debuutalbum ‘Weerom’ werd in maart 2014 bekroond met de Streektaalprijs van het Dagblad van het Noorden en gaat over gebeurtenissen uit zijn leven in Groningen. Hij zingt over herkenbare dingen zoals het eeuwige gepiel met cassettebandjes in ‘Dubbelcassettedeck‘ en de eerste erotische ervaring van een kleine jongen in ‘Mamme van Michel‘. “De Groot is een geweldige entertainer, zanger en verhalenverteller die zijn publiek meeneemt op reis door zijn leven en op meerdere niveaus weet te raken”.

De Groot boekt ook successen met De Troebadoers (met Alex Vissering en Edwin Jongedijk).

In 2019 gaat komt Jan Henk met een nieuw album ‘De wolf is trug’. De gelijknamige theatertour gaat in september 2019 van start.

Jury streektaalprijs: “Gevarieerde optimistische liedjes waar het enthousiasme vanaf spat”

De Groot heeft de gave om de kleine en grote dingen in het leven in een liedje te verpakken. Authentiek en herkenbaar voor de luisteraar. Hij lijkt daarmee hetzelfde (fiets)pad te bewandelen als Daniël Lohues. (Carlo Deuten RTVDrenthe)

“ Grote verrassing was Groninger Jan Henk de Groot. Met heerlijk droge humor pakte hij vanaf de eerste seconde zijn publiek in…, Hilarisch was zijn ode aan het dubbelcassettedeck..” (Meppeler Courant)

30 mei 2019

Peter Siebesma organist Petrus Kerk tijdens ESMF

De bekende musicus, componist en organist Peter Siebesma heeft in 2018 improvisaties van elf liedjes van Ede Staal op negen verschillende Noord-Groningse kerkorgels gespeeld en op cd uitgebracht met de titel   ‘t Wordt altied wel weer licht. Hij vertolkt het repertoire van Ede op een sublieme manier en laat daarmee een andere kant van het orgel zien dan de religieuze. De naaste familie van Ede Staal was zeer ontroerd en verrast door de prachtige cd. Siebesma zal tijdens het festival zijn improvisaties laten horen op het prachtige Hinszorgel van de Petruskerk. Er wordt verteld dat Ede wel eens met zijn opa meeging naar de kerk om naar dat orgel te luisteren. Siebesma en Ede groeiden vlak bij elkaar op in Kruisweg en Leens. Het lied “Het Hoogelaand ” sprak Siebesma daarom erg aan, hij heeft er zelfs een boek over geschreven met de titel De weg van Lains noar Klooster, een verhalenbundel over het Groningse dorpsleven van de jaren 1950/60.

Peter Breukink (rechts) neemt het eerste exemplaar van t Wordt altied wel weer licht in ontvangst van musicus Peter Siebesma. foto: DVHN/Duncan Wijting


24 mei 2019

Rob Mulder verzorgd avondprogramma presentatie ESMF

Niemand minder dan Rob Mulder zal het avondprogramma Ede Staal Muziekfestival met o.a. Roon Staal / de Stroatklinkers gaan presenteren. Rob werkte voorheen bij RTV Noord en is de bedenker van het programma ‘Expeditie Grunnen’. De laatste jaren is hij zeer actief op zijn Facebookpagina Grandoois Groningen, waar hij als vlogger o.a. in zijn ‘eendje’ rond rijd en opzoek gaat bij de boer.

Foto van Rob Mulder
Bron: Facebook
20 april 2019

Avondprogramma bekendmaking: Roon Staal

Bekendmaking 3/4 – Het avondprogramma op 21 september heeft al ‘De Stroatklinkers’ en Jan Henk de Groot staan. Dan mogen wij nu wel zeggen dat wij er een grote naam aan kunnen toevoegen, niemand minder dan Roon Staal vooral bekend van zijn hit ‘Help Me Through The Night’ zal ook optreden tijdens het avond programma. Lees meer informatie hieronder en beluister enkele nummers.

Hieronymus Ede Hendrik Staal (Roon Staal) is een Nederlandse zanger, componist en acteur geboren op 6 maart 1980 te Hoorn. Zijn eerste 5 levensjaren groeit hij op in Noorwegen met zijn ouders, twee broers en twee zussen. Terug in Nederland gaat hij al vrij snel zingen bij het Michaëlskoor uit Oosterland en volgt hij pianolessen omdat hij graag zingt en er een piano in huize Staal staat.

Tijdens zijn middelbare schooltijd op het VWO verzorgt Roon de muziek in een restaurant aan de zee in de kop van Noord-Holland totdat hij een record deal krijgt aangeboden in Hollywood. Er worden 5 songs opgenomen met 2 producers en onder meerdere optredens is ook het optreden van het Amerikaans volkslied voor 19.000 toeschouwers in Seattle. Een ander optreden in die periode is een solo-optreden in het voorprogramma van vriend en zanger Art Garfunkel. De twee trekken met elkaar op en de zanger uit New York, bekend van het legendarische duo Simon & Garfunkel, heeft het hoog op met de zangkunsten van zijn jongere artistieke zielsgenoot. Rond het jaar 2000 maakt Roon samen met zijn broer Roelf het nummer Help Me Through The Night. Het lied, geschreven door Roon’s oom Ede Staal, raakt veel mensen tot op de dag van vandaag en wordt zelfs een hit in het noorden van Nederland.

Roon Staal – Help Me Through The Night (Official Music Video)
Roon Staal – Stay With Me ‘Till The Morning
Scroll to top